De deuren in het Huis van Bewaring gaan op slot, voor de ramen de tralies, de vrijheid wordt beknot, vluchten kan alleen in de verbeelding. De ramen zijn de grens van binnen en buiten en zijn beschouwd als een mogelijkheid voor een visuele escape. De verbindingsgang van de ene vleugel naar de andere is gezien als een schip met patrijspoorten waarin taferelen in gekleurd glas. De beelden van vluchtende gnoes, een vrouw op het dak van een brandend huis, van een muziekschrift of een draaikolk maken de vluchtweg van verbeelding. van droom en fantasie, vrij.
Bij de entree voor bezoekers en voor personeel zijn twee lichtbakken geplaatst met verwante beelden.
l x b : 604 cm x 57cm
materiaal : metaal/gezeefdrukt glas