‘………..Het omvangrijke beeld ‘Hebban olla Uogala’ heeft met ‘Was braucht die Frau?’ ( link) gemeen dat het uit weinig romantisch materiaal is gemaakt – opnieuw metaal – terwijl het toch heel tedere associaties uitdraagt. De titel is ontleend aan de beginregel van een Middelnederlands liefdesgedicht( Hebben alle vogels een nest) en refereert zoals Cees Straus in Trouw (25-3-1988) heeft geschreven, aan de verbintenis tussen man en vrouw. De vijfhoekige vorm vertolkt, als optelsom van twee en drie, even en oneven, het vrouwelijke en het mannelijke. Opnieuw is het plaatijzer geperforeerd, maar de ‘veertjes’ zijn nu geheel weggesneden, en dat brengt een open structuur teweeg. Niettemin wordt het idee van vliegen hier geweld aangedaan door de gelijk een zandloper gespiegelde vorm. Deze symmetrie begiftigt het beeld met een statische raadselachtigheid – alsof zich, achter al die voiles, de geest van de beeldhouwer schuilhoudt, bezig zich te verzoenen met de onvermijdelijke tweespalt tussen aarde-gebonden en ruimte-gerichtheid…….’
Guus Vreeburg
In 1988 is het kunstwerk door bemiddeling van Stichting Kunst en Bedrijf bij de renovatie van Haarweg 333, hoofdgebouw Agronomie, vakgroep Landbouwplantenteelt aangekocht. Na de opheffing van deze bestemming is het in 2010 naar de campus van de universiteit overgebracht en medio 2016 nog iets verplaatst. Het staat aan de westelijke zijde van de campus, bij Futurum, Restaurant van de Toekomst. De afmetingen zijn 250 x 250 x 250 centimeter.
Tineke Reynders, catalogus Gemeentemuseum Roermond: Het vanzelfsprekende,een object ban observatie 1990
lxbxh: 200 x 200 x 200
materiaal: metaal
fotografie: Henk Geraedts