Nu schraalhans de scepter zwaait in de keuken van de kunst zouden kunstenaars hun kennis en expertise moeten kunnen aanwenden bij de aanleg van noodzakelijke infrastructurele werken als bruggen,bushokjes, tunnels,verlichting en bestrating.
Al decennialang zijn toeristen verrukt van prachtige bestratingspatronen in zuidelijke landen, met bosjes gaan ze kijken naar historische bruggen in Amsterdam. Een theehuis van de hand van Kormeling in een park in Breda is een trekpleister van jewelste. Het betrekken van kunstenaars bij de aanleg van functionele bouwwerken is lonend tot in lengte der jaren.
Automobielen in Amsterdam
Toen aan het begin van de 20e eeuw de automobiel in het straatbeeld verscheen en het stedelijk verkeer daardoor drastisch zou veranderen betekende dit voor steden waar water doorheen stroomde dat bestaande bruggen vervangen moesten worden door brede vlakke bruggen. In Amsterdam werden kunstenaars ingeschakeld om deze bruggen van een bijzondere vorm te voorzien. Onder meer stadsbeeldhouwer Hildo Krop had er van 1916 tot aan zijn dood in 1970 werk aan. Hij voorzag de bruggen zowel van fantasiefiguren als fabeldieren en fauntjes als van stichtelijke en educatieve beeldelementen.In die vooroorlogse crisistijd was het verfraaien van de bruggen mogelijk ook een vorm van werkverschaffing voor de kunstenaars. Als dat het geval is geweest heeft Amsterdam daarmee – achteraf gezien – een spiering uitgeworpen en er een kabeljauw mee weten te vangen. Want honderd jaar later wandelen jaarlijks vele duizenden toeristen uit heel de wereld via speciale bruggenroutes door de stad en blijken de Amsterdamse bruggen een cultuurhistorische trekpleister van de eerste orde.
De crisis is een kans moeten de bestuurders van toen zich hebben gerealiseerd en met de inschakeling van kunstenaars deden ze een uitstekende en duurzame investering die nog steeds de lokale economie een impuls weet te geven.
‘Auto zij dank’
Datzelfde inmiddels gemaximaliseerde verkeer waarvoor destijds de Amsterdamse bruggen moesten worden vernieuwd eist een eeuw later dankzij de uitstoot van CO2 zijn tol. De klimaatsverandering mede als gevolg van het alsmaar toenemend autoverkeer zorgt ervoor dat steden met een toenemende temperatuursverhoging te maken krijgen. Met als gevolg dat de roep om meer water en groen in binnesteden maar ook in wijken luider en luider klinkt. Die behoefte aan water in de stad wordt dan ook in veel nieuwbouwplannen gehonoreerd. Energiezuinige en milieuverantwoorde woonwijken vervangen overal in het land verouderde slecht geïsoleerde huizen en water is daarbij inmiddels (Auto zij dank….) een integraal onderdeel van de bouwopgave. En bij water horen bruggen….
Crisis en gokkunst
De analoge dominantie van het verkeer van honderd jaar geleden en van vandaag is op zijn minst curieus. Waar destijds het opkomend autoverkeer nieuwe bruggen eiste zorgt datzelfde inmiddels gemaximaliseerde verkeer met zijn bijdrage aan de klimaatsverandering ervoor dat ook nu weer bruggen nodig zijn omdat water in de stad voor verkoeling moet zorgen.
En er is een tweede overeenkomst tussen de ene en de andere eeuw. Want net als toen is er ook nu weer een financiële crisis. En net als een eeuw geleden staat ook nu de overheid met lege handen. Geen geld voor kunst heet het.Verfraaïng van de stad staat geboekt als een linkse hobby en er schijnen plannen in de maak te zijn dat kunst zich maar gewonnen moet geven aan de gokkast van de loterij…
Unieke wijken
Maar er zijn ook stadsbestuurders die begrijpen dat het slimmer kan, die niet de goklust leidend laten zijn maar het gezond verstand en die lessen hebben geleerd van de geschiedenis. Die profiteren van het vooruitziend inzicht van de vroegtwintigste-eeuwse Amsterdamse regenten hebben geleerd. En die hebben begrepen dat het inschakelen van kunstenaars bij fysieke projecten op het gebied van de noodzakelijk aan te leggen infrastructuur als bruggen, tunnels en verlichting kan leiden tot een win-win situatie.
Bestuurders die begrijpen dat de verhoudingsgewijs geringe meerkosten op de bouwkosten een duurzame wissel op de toekomst zullen blijken te zijn. Die doorzien dat zelfs (en misschien wel juist) in een vaak wat eentonige en uniforme Vinexwijk huizen veel beter verkopen als er aandacht wordt geschonken aan het specificeren van de omgeving, dat verloedering door graffiti of vandalisme minder snel optreedt als burgers met plezier wonen in een fraai vormgegeven wijk. Dat zij als bestuurders op die manier niet alleen zorgen voor het woongenot van nu maar vooral ook een wissel op de toekomst trekken doordat in een volgende eeuw zal blijken dat parallel aan de Amsterdamse bruggen zij hun wijk of stad hierdoor een bijzondere en duurzame cultuurhistorische betekenis mee hebben kunnen geven.
In Hoorn, Hendrik Ido Ambacht,Heusden en Tilburg doen ze dat zo en worden kunstenaars uitgedaagd hun artistiek/inhoudelijke inzicht te koppelen aan functionele bouwwerken door exclusieve bruggen te ontwerpen.
‘Wave’ in Heusden
Weelderig en wulps en haast van een decadente overdaad golft sinds kort het sculptuur ‘Wave’ langs het water in de nieuwbouwwijkVenne West III in Heusden. Van de kunstenaar André van de Wijdeven mag de repetitie van 249 geanodiseerde aluminium platen die de begrenzing vormen tussen water en wandelweg geen brug heten en ook geen leuning.Weliswaar zorgt het beeld door zijn positionering tussen water en wandelweg er en passant voor dat de wandelaar niet in het water valt maar het is en blijft een sculptuur dat van zijn schepper op de eerste plaats zijn eigen autonome betekenis als sculptuur heeft meegekregen.
‘Wave’ is geïnspireerd is op de kleine bronnen die in het gebied opwellen en het historische slagenlandschap en bestaat uit een herhaling van glooiende golven in een repeterend patroon, naar binnen en naar buiten en waarmee het beeld verwijst naar het stromen van het water eronder. Een beeld met een lengte van 40 meter dat lak heeft aan zuinigheid met vlijt en dat een zowel ingetogen als triomfantelijke flirt aangaat van wat gezien kan worden als een vorm van hedendaagse Barok. Een beeld van ‘veel’ en overdaad en van een haast spilzieke rijkdom dat een meer dan verleidelijk contrast vomt met de schraalheid waar de huidige financiële crisis toe schijnt te dwingen.
Bruggen in Bangert en Oosterpolder in Hoorn
In 2005 startte in de nieuwbouwwijk Bangert en Oosterpolder in Hoorn de bouw van 3300 woningen. De ambitie van het gemeentebestuur was om de 14 bruggen die noodzakelijk waren om de diverse eilanden met elkaar te verbinden te transformeren tot kunstwerk.
Als projectleider werd beeldend kunstenaar Hans Mantje aangetrokken en onder zijn supervisie kwam er een ambitieus plan van aanpak op tafel. Naast bruggen van beeldend kunstenaars werden onder zijn leiding een zestal bruggen met teksten die door de dichter Willem van Toorn werden aangeleverd uitgevoerd. Dichterlijke ontboezemingen als ‘Een brug laat gewoon over zich lopen’ en ‘Waar was je zonder brug? Misschien op het vasteland, maar beslist aan de overkant’ in staal, als een dagelijks poëtisch harnas bij het passeren.
Voor zijn brug ‘De Kromme Leek’ liet beeldend kunstenaar Martin Borchert zich inspireren door de verfijnde verkaveling van de historische kaart van het gebied ten noorden van Hoorn rond 1900. En ook Carel Lanters nam de historische context van de zee die eertijds het gebied vrijuit in en uitstroomde tot uitgangspunt. Zijn ‘Zeewier’brug met prachtige organische vormen die directe afgeleiden zijn van echt zeewier is een verbluffend staaltje vakwerk en een sieraad voor de wijk.
Jerome Sijmons realiseerde ‘Reveille’ waarbij muzieknoten een patroon vormen dat meegefloten kan worden, zeker als de zon schijnt en de schaduwen van de noten het wegdek versieren.
De intentie van Anneke Schollaardt die haar brug ‘Aqueducto, kruisend water’ noemde is dat de wandelaar zich bewust wordt van de eeuwige beweging van het water en er overheen lopend in de geest even door wordt meegenomen. De ‘Kleedjesbrug’ die schrijver dezes maakte verwijst naar het strakke Noordhollandse polderlandschap waar de was fier wappert in de wind, het huis aan kant, de kleedjes te luchten hangen.
Bruggen van de kunstenaars Stefan Strauss, Nico den Dulk,Ton van Summeren, Justus Bottenheft en Blok Lugthart zijn nog in wording. De wijk krijgt een eigen persoonlijke identiteit door de onalledaagse bruggen en alom wordt er door de bewoners met veel waardering over gesproken.
Jacobustocht in Hendrik Ido Ambacht
In Vinexwijk De Volgerlanden in Hendrik Ido Ambacht vormt de Jacobustocht een nieuwe watergang. Drie ontwerpers/kunstenaars hebben opdracht gekregen om aan begin, einde en in het midden het hek op de gemetselde kademuur (lengte 1 km) op een bijzondere wijze vorm te geven. Het ontwerperscollectief Demakersvan, ontwerpstudio Customr WillemvanderSluis en Admiraal Kunstsmederij realiseerden ieder op een heel eigen manier en toch met een zekere samenhang een markering. In hun gekantkloste hekwerk aan het ene uiteinde lieten Demakersvan zich inspireren door de voor het gebied kenmerkende historische Zoutewelle perenboom. In het midden van de Jacobustocht vroeg ontwerpstudio Customr Willem van der Sluis zich af hoe je met een simpel motief groei kan verbeelden en snoeide op een beeldende manier het bestaande hekwerk in kleinere partikels. Aan het andere uiteinde verbindt Kunstsmederij Wouter Admiraal contrastrijk oud en nieuw door in een ambachtelijke smeedtechniek uitbundige florale elementen een rol te laten spelen in het verder functioneel en strak vormgegeven hekwek. Een 1000 meter lang ijzeren gordijn langs de Jacobustocht op drie plaatsen voorzien van een zinnenprikkeling is niet erg veel maar is in elke geval meer dan niks.
Den Ophef Piushaven Tilburg
In Tilburg is een spraakmakende brug van maestro John Körmeling gerealiseerd. De commotie in de stad om zijn fantastische ‘Draaiend Huis’ is nog niet verstomd of de kunstenaar komt met een ontwerp voor een even futuristisch als klassiek ogende brug aandraven. ‘Den Ophef’ vormt de toegangspoort tot de nieuwe wijk rond de Piushaven en bestaat uit een stalen ophaalbrug met twee torens en twee hijskranen verwijzend naar het industriële verleden van de stad. Ertussen een ballasthuis dat de brug in evenwicht moet houden en dat meebeweegt als de brug open en dicht gaat.
De industriehaven die de Piushaven altijd was transformeert in een museumhaven.Via het kraanachtige beeld dat de brug oplevert verbindt de nieuwe brug niet alleen letterlijk de beide oevers maar ook in overdrachtelijke zin het industriële verleden met het museale heden van de stad. Met een bewegend ballasthuis wordt een gooi gedaan naar de toekomst en – Körmeling kennende – wellicht een knipoog gemaakt naar zijn roemruchte ‘Draaiend huis’ elders in de stad.