Het alterego
Tijdens een roadtrip van Venlo naar Budapest bedacht de meereizende vriend bij elke stad een nieuwe achternaam voor de als Jeroen Cremers geboren Limburger die hij Jerry noemde. De trip eindigde in Amsterdam en Cremers kreeg een tentoonstelling in New York aangeboden. Een keerpunt, de Limburgse jongen werd wereldreiziger en besloot dat de laatste naam die zijn vriend bedacht zijn kunstenaarsnaam zou worden. Zo werd Jerry Kowalsky geboren.
Tine van de Weyer
Daar hoorde een outfit bij bestaande uit een bolhoed, een maatpak en een donkere zonnebril. Waarmee de jonge kunstenaar in het voetspoor treedt van ene Joseph Beuys die steevast gekleed ging in een jeansbroek met een vissersjasje met talloze opgenaaide zakken. En met als handelsmerk bij openbare optredens de vilten stetsonhoed. En ook David Bowie had zo zijn alterego Ziggy Stardust. In de roman The Strange Case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde wisselt het goede en het kwade in de mens per situatie van rol. Het alter ego biedt de ruimte van de camouflage om een ander gezicht te laten zien, om van aard en opzet te veranderen zonder dat het een het ander in de weg zit.
Het alter ego is van alle tijden maar past natuurlijk naadloos in een tijd waarin nepnieuws de werkelijkheid over de knie legt. Want wat is waar? En met wie hebben we te maken? Het alter ego past in de politiek-geëngageerde kunst die Kowalski/Cremers in deze eerste solotentoonstelling in zijn geboorte-omgeving laat zien en waarin geweld en conflicten een belangrijk thema vormen. Monumentale beelden in karton en series van kleine felgekleurde getourmenteerde pasteltekeningen die in de verte naar Francis Bacon knipogen.
Het strootje door het oog van de kanarie
De intrigerende titel van de tentoonstelling The straw that broke the camel’s back verwijst naar het laatste strootje dat de rug van de kameel kan doen breken. Hoe we onderweg door het leven ineens datgene kunnen tegenkomen waardoor een al langer gaande ontwikkeling plotseling een cumulatief effect krijgt. De lont die in het kruitvat wordt gestoken. Er zijn tijden dat het een haast dagelijks ritueel lijkt in de wereld en waarbij kunstenaars de rol van kanaries in de kolenmijn spelen. In de beschrijving van de tentoonstelling Disruption ( Beelden3) noemde ik het al.
Ook Jerry Kowalsky is zo’n kanarie in de kolenmijn die zich laat inspireren door de manier waarop de mensheid het eigen verloop van de geschiedenis beïnvloedt, afbreekt en herbouwt en hoe het kwade en het goede voortdurend om de aandacht strijden. Hij verstaat de kunst om in arren moede van niets iets te maken. Na jaren van omzwervingen zijn de verhuisdozen overbodig en worden verzaagd tot afvalstukjes die in een nieuwe compositie zich bedienen van een nieuwe identiteit als sculptuur. In al hun materiele kwetsbaarheid zijn deze sculpturen robuust en stoer. Maar ook soms als een vingeroefening klein en subtiel. Het is patchwork in karton, laag over laag met honderden schroefjes bijeengebracht.
De wereld op zijn kop
Direct bij binnenkomst in het schitterend gelegen Odaparkpaviljoen, is het monumentale ‘End of a system’ het absolute hoogtepunt van deze eerste solotentoonstelling. Het is een hoofd. Of beter gezegd een kop die ondersteboven staat, enigszins gekanteld, in een subtiel evenwicht en onverbiddelijk (hoezo onthoofdingen? ) net onder de neus dwars doormidden is gezaagd. Vanuit deze positie manifesteert End of the system zich behalve als een figuratieve kop ook als een bekken, een container, waarin iets kan worden opgevangen. Maar wat dan ? De zonden der mensheid ? Onze gedachten? De leegte ? Geen tranen, geen hemelwater, het beeld zou oplossen en uit elkaar vallen. Het is in zijn ongekunsteldheid een indrukwekkend beeld dat wellicht vanwege zijn pure eenvoud de andere beelden in de ruimte domineert.
Transformatie
Een aantal beelden zijn opgehangen in houten constructies, de restanten van de verhuiskisten waarmee ze zijn getransporteerd. Iets met een Droste-effect: verhuisdoos transformeert naar beeld om te worden gespalkt in het staketsel van de nieuwe verhuiskist. Dat hierdoor de beelden die in hun gebarentaal de ruimte willen veroveren beknot worden in hun vrijheid is er echter wel het directe gevolg van. Maar ook dat lijkt bij toeval ontdekt en toegelaten want het is duidelijk dat bij Jerry Kowalsky besluiten onderweg worden genomen. On the road. Er is steeds ruimte voor verandering, de rusteloze reiziger ontdekt en ziet en past zichzelf en zijn werk aan bij wat hij op zijn pad tegenkomt. Het is het onorthodoxe antwoord op de angstaanjagende transmutaties die permanent in de wereld plaatsvinden en waar de kunstenaar zich ten diepste van bewust is en die hem verontrusten. Dan is met alles wat via de media binnenkomt de keukentafel de veilige plek waar nieuwe werelden geschapen worden. Met pastel en krijt de tekeningen, met stanleymes en boormachine, met lijm en karton de beelden. In de voetsporen van Jan Schoonhoven: snijden, knippen, plakken. De motieven voor de verbeelding levert de boze buitenwereld dagelijks aan. Jerry Kowalsky noemt zich somber en voorzichtig over de mensheid en de wereld en blaast bedeesd en een beetje bang een geest in vergankelijk strokarton.
Jerry Kowalsky
The straw that broke the camel’s back
solotentoonsteling 12 november 2017 t/m 25 februari 2018
Odapark Center for Contemorary Art
Merseloseweg 117
5801 CC Venray
le beelden in karton en series van kleine felgekleurde getourmenteerde pasteltekeningen die in de verte naar Francis Bacon knipogen.
Het strootje door het oog van de kanarie
5801 CC Venray